Welke gevolgen hebben de Belastingplannen 2025 voor uw onderneming?

1. Wijzigingen voor IB-ondernemers en dga’s 

Verlaging mkb-winstvrijstelling en zelfstandigenaftrek
IB-ondernemers (in de eenmanszaak, een VOF, een maatschap of een CV) hebben recht op de mkb-winstvrijstelling van 13,31% (2024), waarmee hun belastbare winst wordt verlaagd. Vorig jaar was voorgesteld om deze mkb-winstvrijstelling in 2025 te verlagen naar 12,03%, maar dit is deels teruggedraaid tot 12,7%. Ook wordt de zelfstandigenaftrek verlaagd van maximaal € 3.750 in 2024 naar € 2.470 in 2025. Ondernemers zijn dus meer inkomstenbelasting verschuldigd over hun winst.

Tip: Bekijk met uw adviseur of het gunstig is om - waar mogelijk - winst nog in 2024 te laten vallen. Dit kunt u bijvoorbeeld doen door bepaalde kosten uit te stellen naar 2025.

Box 2: verlaging toptarief tweede schijf
Het box 2-regime geldt voor dga’s die ten minste 5% van de aandelen van een vennootschap bezitten. Vanaf 2024 heeft het box 2-regime twee belastingschijven: de eerste schijf van 24,5% voor de eerste € 67.000 aan inkomsten per partner in box 2 en de tweede schijf van 33% over het meerdere. In 2025 gaat het toptarief van 33% omlaag naar 31%. Daarnaast stijgt de eerste tariefschijf van € 67.000 per persoon naar € 67.804 per persoon.

Tip: Bespreek met uw adviseur of u in 2024 nog dividend uitkeert tot het maximum van de eerste schijf. Dit is maximaal € 67.000 of € 134.000 als u een fiscaal partner heeft. Een hogere dividenduitkering kunt u beter uitstellen naar 2025 gezien het lagere tarief. Niettemin kunnen er andere redenen zijn om toch in 2024 extra dividend of geen dividend uit te keren.

Ongewijzigde tarieven en schijven vennootschapsbelasting
In 2025 wijzigt niets aan de tarieven en de schijven in de vennootschapsbelasting. Over de eerste € 200.000 jaarwinst is 19% verschuldigd en over de winst daarboven 25,8%.

Tip: Als de winst van een fiscale eenheid per jaar meer bedraagt dan € 200.000, dan kunt u een belastingvoordeel behalen door de fiscale eenheid te verbreken. Elke vennootschap kan dan zelf op haar eigen winst het opstaptarief toepassen, hetgeen een maximaal voordeel van € 13.600 per vennootschap oplevert. Overleg met uw adviseur of het verbreken van de fiscale eenheid in uw situatie gunstig is. 

Wijzigingen in de earningsstrippingmaatregel voor vastgoed BV’s en NV’s
De earningsstrippingmaatregel is een renteaftrekbeperking en geldt voor alle vennootschapsbelastingplichtigen, dus voor BV’s en NV’s. In 2024 mag maximaal een rentesaldo (rentebaten minus rentelasten) ter hoogte van 20% van de EBIT van de fiscale winst worden afgetrokken. Echter geldt een drempel van € 1.000.000. Dus als het rentesaldo niet lager is dan € 1.000.000 negatief, dan speelt deze beperking effectief niet en mogen alle rentelasten van de fiscale winst worden afgetrokken. Door deze drempel werd het mkb in de regel niet getroffen door deze beperking. 

Met ingang van 2025 stijgt de renteaftrek weliswaar naar 25% van de EBIT, echter vervalt de drempel van € 1.000.000 voor vastgoedlichamen. Ofwel: als tenminste 70% van de bezittingen van een BV of NV (of een fiscale eenheid) bestaat uit vastgoed dat wordt verhuurd aan derden, dan is het rentesaldo slechts tot 25% van de EBIT fiscaal aftrekbaar. Dit treft dus ook mkb-ondernemers die in de BV vastgoed aan derden verhuren met geleend geld. 

Tip: Bekijk met uw adviseur of deze maatregel voor uw BV of NV van toepassing wordt en of tijdig maatregelen getroffen kunnen worden zoals het aflossen van externe financieringen, het omzetten van interne leningen, het wijzigen van de balanssamenstelling, dan wel het aangaan of verbreken van een fiscale eenheid.

bpm-vrijstelling bestelauto’s vervalt
Vanaf 1 januari 2025 wordt de bpm-vrijstelling voor bestelauto’s afgeschaft. Bestelauto’s worden dan belast op basis van hun CO₂-uitstoot, net zoals personenauto’s.

Tip: Als u tijdig nog in 2024 een bestelauto aanschaft, kunt u nog gebruikmaken van de bpm-vrijstelling.

2. Wijzigingen voor iedereen 

Belastingtarieven inkomstenbelasting box 1
Per 1 januari 2025 wordt een extra, verlaagde eerste schijf in box 1 geïntroduceerd. 

Tip: Wanneer een ondernemer of de partner loon vanuit de eigen BV krijgt toegekend, is het uitkeren van dividend in de regel fiscaal gunstiger dan het verhogen van het salaris als dit wordt belast tegen het toptarief in de derde schijf. Optimaliseer dus uw salaris.

Box 3
Het tarief van box 3 wijzigt niet en blijft 36% in 2025. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de huidige wetgeving van box 3 niet voldoet aan Europese wetgeving. Dit betekent dat u bij de belastingheffing in box 3 kunt kiezen tussen het fictieve rendement of het daadwerkelijke rendement. De exacte manier waarop het daadwerkelijke rendement moet worden bepaald en aangegeven, is nog niet helemaal duidelijk. Er komt een formulier beschikbaar om voor al verstreken jaren het werkelijke rendement te laten belasten – in plaats van het fictieve rendement. 

Tip: Voor aanslagen uit 2019 moet nog in 2024 een verzoek tot ambtshalve vermindering worden ingediend om het vermogen tegen het werkelijke rendement te laten belasten. Voor aanslagen uit 2020 moet het verzoek uiterlijk in 2025 zijn ingediend.

Laat u goed adviseren, onder meer over de fiscale kansen en gevolgen van de voorgestelde maatregelen uit het Belastingplan 2025.
Nog geen klant? Neem dan vrijblijvend contact op met H&L.