Advies

De afschrijvingsbeperking op gebouwen verzachten? Dat doet u zo.

Gebruikt u als ondernemer een bedrijfspand voor uw eigen onderneming? Hou er dan rekening mee dat vanaf 2024 de fiscale afschrijving voor ondernemers met een eenmanszaak, vof, maatschap of cv op deze gebouwen wordt beperkt. De fiscale boekwaarde van een gebouw mag als gevolg van afschrijvingen niet lager worden dan de zogeheten ‘bodemwaarde’ die vanaf 2024 wordt aangepast. In dit artikel legt fiscalist Vincent Heijligers uit wat de gevolgen hiervan zijn, hoe u deze afschrijvingsbeperking kunt verzachten en wat de overgangsregeling inhoudt.

De bodemwaarde vertegenwoordigt de laagste mogelijke fiscale boekwaarde tot waar u een gebouw mag afschrijven ten laste van de fiscale winst. Tot 1 januari 2024 is de bodemwaarde voor gebouwen in eigen gebruik voor ondernemers met een eenmanszaak, vof, maatschap of cv nog 50% van de WOZ-waarde. Met ingang van 2024 bedraagt de bodemwaarde ook voor deze gebouwen 100% van de WOZ-waarde. Voor ondernemingen met een BV bestond deze beperking tot 100% al sinds 2019, waardoor het verschil ten opzichte van de IB-ondernemer per 2024 verdwijnt.

Afschrijven op bedrijfsmiddelen
Bij het bepalen van de winst mag u als ondernemer rekening houden met de aanschafkosten van de bedrijfsmiddelen zoals bedrijfspanden. Deze aanschafkosten brengt u in mindering van de belastbare opbrengsten. Omdat bedrijfsmiddelen een aantal jaren meegaan, mogen niet alle kosten in het jaar van aanschaf ineens worden afgetrokken. In plaats daarvan wordt er jaarlijks op afgeschreven. Dat houdt in dat de kosten worden verdeeld over de jaren waarin het bedrijfsmiddel binnen de onderneming wordt gebruikt. Elk jaar kunt u als ondernemer een deel van de kosten aftrekken van de fiscale winst. Omdat het bedrijfsmiddel het hele jaar wordt gebruikt, functioneren deze afschrijvingen onder andere als jaarlijkse reservering voor noodzakelijk onderhoud in de toekomst. Een voorbeeld is bijvoorbeeld de slijtage van schilderwerk en het dak. Is de bodemwaarde van een bedrijfspand bereikt? Dan kunt u niet meer afschrijven op het gebouw en zodoende niet meer via afschrijvingen rekening houden met de technische slijtage van gebouwen. 

Treffen van een onderhoudsvoorziening
Wilt u toch de onderhoudskosten fiscaal ten laste van het jaar laten komen waarin de slijtage plaatsvindt? Dan kunt u een fiscale onderhoudsvoorziening vormen. Het doel hiervan is om de (fiscale) kosten naar voren te halen (timingsvoordeel) zodat de belaste winst kan worden beperkt. Op deze manier kunt u toch jaarlijks reserveren voor toekomstige onderhoudsuitgaven aan je bedrijfsgebouw, wat ten laste gaat van de fiscale winst. Vormt u voor het eerst zo’n onderhoudsvoorziening? Dan is het onder voorwaarden en omstandigheden mogelijk om voor de afgelopen jaren inhaalkosten op te voeren. 

Om een onderhoudsvoorziening te kunnen treffen heeft u nodig:

  • Een goed onderbouwde offerte van de verwachte toekomstige onderhoudskosten;
  • Een goed onderbouwde termijn en cyclus waarbinnen dit onderhoud periodiek plaats gaat vinden;
  • Een redelijke mate van zekerheid dat de uitgave zich voor gaat doen in de toekomst.

Blijkt in het jaar dat het onderhoud daadwerkelijk plaatsvindt dat in de afgelopen jaren te weinig is gedoteerd aan de onderhoudsvoorziening? Dan mag u de extra kosten ineens als fiscale aftrekpost nemen in dat jaar. Wanneer blijkt dat de werkelijke kosten lager zijn dan voorzien, dan moet u belasting bijtalen.

Een rekenvoorbeeld
Een ondernemer heeft in december 2014 groot onderhoud laten uitvoeren aan het dak en aan het schilderwerk van een bedrijfspand. Deze ondernemer verwacht dat in 2034 aan het dak voor € 50.000 groot onderhoud moet worden gepleegd en in 2029 voor € 30.000 aan schilderwerk. Die inschatting is in 2024 gemaakt op basis van een vastgesteld onderhoudsplan en gedegen offertes.

2024: fiscale onderhoudsvoorziening
De ondernemer kan in 2024 een fiscale onderhoudsvoorziening hiervoor treffen:

  • Dak: € 50.000 / 20 jaar (onderhoudscyclus) * 10 jaar (inhaaldotatie) = € 25.000
  • Schilderwerk: € 30.000 / 15 jaar (onderhoudscyclus) * 10 jaar (inhaaldotatie) = € 20.000
  • In totaal kan de ondernemer dus in 2024 een fiscale aftrekpost van € 45.000 claimen.

Van 2025 tot en met 2029 bedraagt de aftrekpost per jaar:

  • Dak: € 50.000 / 20 jaar = € 2.500
  • Schilderwerk: € 30.000 / 15 jaar = € 2.000
  • Dus € 4.500 per jaar

Stel dat het schilderwerk in 2029 niet de voorziene € 30.000 betrof, maar € 40.000? Dan kan in 2029 voor het schilderwerk ineens € 10.000 extra in aftrek worden gebracht. Bedraagt het schilderwerk slechts € 20.000 in plaats van € 30.000? Dan vindt in 2029 een belaste vrijval plaats van € 10.000 waarover belasting is verschuldigd.

Overgangsrecht nieuwe regeling
Hou er rekening mee dat voor recente aankopen van of investeringen in bedrijfspanden een beperkt overgangsrecht geldt. Waren deze in 2021 t/m 2023? Dan mag u nog drie volledige boekjaren afschrijven tot aan de lagere bodemwaarde van 50%. Dus stel dat u een pand op 1 juli 2023 in gebruik hebt genomen, dan geldt voor de jaren 2024, 2025 en 2026 nog deze oorspronkelijke bodemwaarde van 50%. Pas vanaf 2027 geldt dan de nieuwe bodemwaarde van 100%.

Extra tip
Beoordeel jaarlijks of de WOZ-waarde die de gemeente vaststelt voor je bedrijfsgebouw én grond niet te hoog is. Bij een verlaging van de WOZ-waarde wordt mogelijk extra afschrijvingspotentieel gecreëerd. Maak dus jaarlijks tijdig bezwaar bij een te hoge WOZ-waarde.

Heeft u een vraag?

Vul onderstaand formulier in